Mijn naam is Sophie Clemens. Ik ben 21 jaar. Momenteel studeer ik rechten aan de hogeschool van Leiden. Ik ben actief in de christelijke politiek, om via deze weg God en de mensen te dienen. Ik heb een passie voor boeken, muziek en bovenal voor Christus. Ik probeer elke dag meer in en met God te leven, om zo erachter te komen wat God van mij vraagt.
Op maandagochtend 14 januari deed ik mijn koffer dicht. Verheugd, maar ook best nerveus, ging ik naar het vliegveld, op weg naar Panama voor de Wereldjongerendagen. Het was voor mij de eerste WJD. Ook al had ik van andere jongeren veel mooie verhalen gehoord, ik had geen idee wat mij te wachten stond.
Overweldigende gastvrijheid
Na een lange reis van ongeveer 11 uur vliegen en 6 uur in de bus, kwamen wij aan in Soná, waar wij verbleven in gastgezinnen. Ook al was het 02.00 uur Panamese tijd, alle dorpsbewoners stonden ons op te wachten met zang en dans: één en al vreugde! De mensen in Panama zijn armer dan wij. Toch deelden zij alles wat zij hadden met ons. Op een gegeven moment zei mijn gastmoeder tegen mij: ‘Als wij jullie ontvangen, ontvangen wij Christus’. Dat raakte mij.
Wat heb ik te bieden?
Tijdens de eerste week hebben wij veel ervaren van de Panamese cultuur. De lokale mensen lieten ons hun dansen en gebruiken zien. Zo heb ik voor de eerste keer uit een kokosnoot gedronken en op zijn Panamees gedanst! Ook zijn wij in kleine groepjes langs geweest bij andere families in het dorp. Wij gingen naar een familie, waarvan de vader ziek op bed lag. Hij had een beroerte gehad en lag al twee jaar lang op een matras. Hij kon niet goed praten. Toen ik het huis binnenkwam, zag ik dat er, buiten een klein schuurtje om, maar één kamer was. Daar, op alleen een vieze matras, lag de vader van het gezin. Op het moment dat hij ons zag, straalde hij. Wij gingen voor hem bidden. Toen hij vervolgens van de priester de zegen ontving, moest hij huilen. Ik stond daar en wist mij niet goed een houding aan te nemen. Het maakte een diepe indruk op mij. Ik zie wel eens arme mensen op het nieuws voorbijkomen, maar op het moment dat ik in die kamer stond te bidden voor de beterschap van deze meneer, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. De dagen dat ik daar in Panama was, snapte ik namelijk niet goed waarom de Panamezen zó blij waren om mij te ontvangen. Wat kon ik aan hen geven? Wat had ik hen te bieden? Toen ik echter in die kamer voor die zieke meneer aan het bidden was, wist ik dat mijn gebed en mijn aanwezigheid als zijn zus in Christus, genoeg was. Ik dank God voor deze mooie ontmoeting.
Aan het eind van de eerste week namen wij afscheid van ons gastgezin. Maria, het vijftienjarige nichtje van mijn gastmoeder, zei tegen mij: ‘Wij zullen jullie altijd bewaren in ons hart’ en ik zag dat zij meende wat zij zei. De liefde die het gastgezin heeft gegeven, was iets dat ik nog nooit zo heb ervaren. Ik hoop, nu ik weer in Nederland ben, deze liefde aan anderen te kunnen doorgeven.
In de tweede week gingen wij naar Panama-stad. Op woensdag was de paus geland in Panama. Hij werd verwelkomd door de Panamezen en reed een rondje in de pausmobiel. Samen met twee anderen liep ik door een wijk dicht bij de stad. Opeens vroeg een politieagent ons: ‘El papa?’ en bracht ons naar de plaats waar de paus langs zou rijden. Totaal onverwacht stonden wij bij de hekken en reed de paus langs op zo’n twee meter afstand. Dat was gaaf!
Eén Vader
Donderdag was de openingsmis met de paus. In eerste instantie dacht ik dat ik al die jongeren maar te druk zou vinden. Toen ik echter op het veld stond, tussen allemaal jongeren uit verschillende landen, vond ik het geweldig. Tijdens het bidden van het Onze Vader hield iedereen elkaars handen vast. Op dat moment merkte ik dat God in ons midden was en dat geen land of cultuur ons scheidt. Wij hebben allemaal één en dezelfde Vader en daardoor zijn wij broers en zussen van elkaar. Om dit mee te maken, vond ik echt bijzonder.
Tijdens de kruiswegstaties baden wij na iedere statie: ‘Ik ben de dienaar van de Heer, mij geschiede naar Uw woord’. Dit was ook het thema van deze WJD. Doordat wij dit gebed na iedere statie baden, werd ik mij bewust van hetgeen ik zei en kon ik dit uiteindelijk echt mét Maria tegen God zeggen. Ik hoop, juist nu ik weer in Nederland ben, Gods wil boven mijn eigen wil te kunnen zetten.
Als je met ongeveer 700.000 mensen op één plek bent, ontstaat er vaak wel een oproering. Bij de WJD gebeurt dit echter niet, want wij komen allemaal voor Christus. Dat is zó mooi. Om vervolgens met de aanbidding tijdens de nacht op het veld iedereen om je heen te zien bidden in stilte, is echt bijzonder. Dit maak je nergens anders mee.
De liefde die de Panamezen aan ons gaven en de vreugde waarmee zij leven, hebben mij tijdens deze WJD geraakt. Nu ik weer thuis ben, hoop ik dankbaarder te zijn voor hetgeen ik heb. Ook wil ik gaan minimaliseren, zodat mijn spullen geen bezit meer hebben van mij, maar ik meer voor anderen kan leven. Tot slot heeft het samenzijn met zoveel broeders en zusters in Christus uit verschillende landen mij ontroerd. Ook al lopen de kerken in Nederland leeg, wij mogen weten dat de wereldkerk alleen maar groeit en dat wij vrienden hebben van over de hele wereld. Ik wens dat ook jij hier hoop en kracht uit haalt.
Gods zegen,
Sophie
Wauw!! Dank je wel om deze mooie ervaring te delen!
En dank je wel Pure Womanhood voor al de mooie blogs die jullie schrijven!